Voorbeelden van het gebruik van Quiz in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Wauw, Moe, je laat het hier echt blinken voor de quiz avond.
Maar wat mij raakte was dat ze het een quiz noemde.
Het is tijd voor Mr. en Mrs. Quiz.
Voor nu zullen alle pagina's van de Quiz dus gewoon hier blijven.
Bedankt. Ik heb altijd een quiz willen doen.
Dit is geen quiz.
Volgende week hebben we een Engelse quiz.
Voeg informatieve vensters toe in de quiz.
Zels het nederig groentje heeft een plaats in de seizoenen van de quiz.
Je maakt een eenvoudige quiz heel verwarrend!
Ik heb morgen mijn quiz, en.
Kosteloos Leuk spel voor alle fans van de aardrijkskunde quiz en race spellen!
Ik wil jullie sukkels verwekomen op de quiz avond.
We hebben helaas al een quiz en ik moet.
Wij doen de quiz.
leerspelletjes zoals kruiswoordraadsel, quiz enz.
Ik heb morgen mijn quiz.
Jij hebt 't voordeel bij een quiz.
deel je eigen quiz.
Je hele leven is een quiz.