Voorbeelden van het gebruik van Radioprogramma in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Over een uur doe ik mijn radioprogramma.
Ik hoorde haar spelen in een radioprogramma voor jonge musici.
Aantekeningen voor het radioprogramma.
Met veel plezier naar je radioprogramma geluisterd.
Indymedia UK weekly radio show Indymedia UK wekelijkse radioprogramma.
Kosteloos Dankzij RDC toepassing van de Poolse radio kunt u naar onze radioprogramma luisteren.
Vertel 's over dat radioprogramma.
Zie laatste gemeenschappelijke vraag hoe om een radioprogramma te organiseren.
Ik heb een eigen radioprogramma.
Ze stuurt zelfs verhalen naar het radioprogramma.
Je zou gast moeten zijn in mijn radioprogramma.
Het kost twee om een radioprogramma te maken.
Waarom? Ik vind je radioprogramma te gek.
Wellicht ken je me van m'n boeken, m'n radioprogramma.
Jij dommerik, dat was geen radioprogramma.
Ik bedoel het radioprogramma.
Ze heeft een radioprogramma.
Ik zal naar je radioprogramma luisteren.
Hij heeft zijn eigen radioprogramma.
En ik heb mijn radioprogramma.