Voorbeelden van het gebruik van Revanche in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het was revanche daarvoor.
Ik wil een revanche.
Welke revanche?- Dan kan je eindelijk zeggen dat je gelijk hebt.
Dat was revanche van het hotel nu staan we gelijk.
Ik wil revanche.
Wil je revanche?
Ik verheug me op een revanche.
Dan heb je toch je kleine revanche.
Hij wil revanche na een helft op de bank.
Als m'n vingers eraf vallen, wil ik een revanche.
Wat?- Revanche voor de Ferguson zaak?
Dan heb je toch je kleine revanche.
Ja, en dat herinnert mij, dat ik_revanche_ moet nemen.
We wilden revanche.
Wat?- Revanche voor de Ferguson zaak.
Zoek je revanche?
Maar morgen wil ik revanche.
Als revanche kun je je stokken houden!
Je krijgt je revanche.
En ik wil een revanche.