Voorbeelden van het gebruik van Schrobben in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Precies, schrobben dus.
Straks moet IK het dek schrobben.
Daarom moesten we de trap schrobben.
Kom op, schrobben.
Een beetje schrobben.
Vooruit. Schrobben.
Een half uur schrobben.
Lk zal vloeren voor je schrobben.
Lijkt erop dat we vandaag verf aan het schrobben zijn.
Je gaat schilderen, vloeren schrobben en.
Dan moet ik koffiepotten schrobben.
Dat is eigenlijk het laatste, een dorp schrobben.
Op handen en knieën vloeren schrobben.
Jouw beurt, schrobben.
Dr. Markham laat jou de vloer schrobben.
Laten we nu de keukenvloer schrobben.
Niet badderen, inzepen of schrobben.
Niemand kan zo goed vloeren schrobben als wij mannen.
ga de vloer schrobben.