Voorbeelden van het gebruik van Simkaart in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik heb zijn simkaart.
Hoeveel mensen hebben zo'n simkaart?
De simkaart is gratis
Ze breekt de simkaart.
Hopelijk hebben genoeg van die engerds onze simkaart.
Wifi, Simkaart slot, SD kaart opname, Interne microfoon.
We hebben de simkaart.
Hoeveel mensen hebben zo'n simkaart?
Ze voorzagen ons zelfs met een simkaart zodat we konden met elkaar in contact.
We regelen een nieuwe simkaart en een telefoon.
De telefoon zal aan je vragen van welke simkaart je wilt bellen.
Hij verandert constant van mobiele telefoon en simkaart.
Voer de pincode van de simkaart in.
Maar één nummer op de simkaart.
De opwaardeercode is te gebruiken voor elke nederlandse prepaid Simkaart van de desbetreffende provider.
Hij wilde dat we die simkaart vonden.
Geef me de simkaart.
Een stukje van een simkaart.
Ik had die simkaart moeten verstoppen.
Plaats je simkaart terug in je iPhone.