Voorbeelden van het gebruik van Visum in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Paspoort, visum en tickets.
We kunnen een visum krijgen.
Ik had gevraagd om een zes maanden visum, met meerdere entries.
De computer piept, het visum is goedgekeurd.
Dus moet ik bij het consulaat een visum aanvragen.
Maar waarom? Ik heb een geldig paspoort en visum.
Wat zijn de reglementen betreffende visum en verblijfsvergunningen?
Homeland Security heeft die al van haar visum.
Voor bepaalde bestemmingen heb je ook een visum nodig.
Groep C vereist dat gasten voorafgaand aan hun reis een visum verkrijgen.
Ik wil dat visum.
Voor excursies naar Rusland is een visum verplicht.
We hebben gelogen op mijn visum.
We hebben ons visum.
Dus je wilt geen visum voor Australië?
De helft heeft geen visum.
Mogen we uw paspoort en visum zien, alstublieft?
Ik geef iedereen die erom vraagt een visum.
Ik ben bang dat dit visum niet geldig is.
Gevangenen krijgen geen visum.