Voorbeelden van het gebruik van Was heel dapper in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Je was heel dapper, weet je dat.
Je moeder was heel dapper.
Je was heel dapper vanochtend.
Jouw vader was heel dapper.
Je was heel dapper.
Het was heel dapper.
Jij, jongedame, was heel dapper.
Kleine Man was heel dapper.
De CEO?! Je was heel dapper.
Dank je wel, dat was heel dapper van je.
Mevrouw Lu… uw zoon Jack was heel dapper.
Hier alleen komen was heel dapper.
Ja, ik was heel dapper.
Ja, maar Harrison was heel dapper.
Ja. Hij was heel dapper.
Dat was heel dapper van je, mam.
Dat was heel dapper van je, Albert.
Het was heel dapper van je om me dat te vertellen.
Dat was heel dapper en heel riskant.
Dat was heel dapper en heel riskant.