Voorbeelden van het gebruik van Was in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Dat was 't ook.
Ik was altijd al verliefd op hem.
Was ze altijd al een kunstenaar?
Dit was mijn speciale plek, met mijn moeder.
U was alleen geïnteresseerd in uw boek.
En Rafael was met Petra.
Ik was het vergeten, maar niet meer.
Risø was in 1968 verantwoordelijk voor de beveiliging.
Hij was al die keren niet alleen in bed.
Ik was gewoon… ik was. .
M'n favoriet was Lewis en Clark.
Was u erbij? Atlantic Beach?
Theo was een Scharfblicke.
Hij was familie van ons geworden.
Risø was in 1968 verantwoordelijk voor de beveiliging.
Wat was dat? Het komt uit de coach haar kamer?
Medea. Ik was naar je op zoek.
Of was het Louise?
Je was weg met Jessica in San Diego.
Was het George? Elizabeth?