Voorbeelden van het gebruik van Weerman in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Van de weerman?
Gelukkig ondervonden de Baudelaires wat elke weerman je kan vertellen.
De weerman gooide het boek naar ons.
Jack, onze weerman, is dood.
Ik ben de weerman.
De weerman, jij en ik.
Dat ik die weerman opriep.
Ik ben de weerman.
De weerman is vier.
Hij noemt zichzelf'de weerman'.
Lk ben de weerman.
Je bent niet zomaar een weerman.
Als landschapsfotograaf ben je soms ook een weerman.
Ze maakten me weerman.
Twee: ik ben de weerman.
U weet dat ik ben begonnen als Greendale weerman.
Lk ben geen weerman.
Schat, ik ben de weerman niet.
Ik ben geen weerman.
Jij bent de weerman.