Voorbeelden van het gebruik van Zij is de baas in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Sorry, gozer. Zij is de baas.
Toch, liefje?- Zij is de baas.
Echt grote klasse. Zij is de baas.
Zij is de baas.
Hij zei:'Zij is de baas.
Zij is de baas over.
Zij is de baas.
Zij is de baas, Lee.
Zij is de baas. Ze heet MacKenzie McHale.
Zij is de baas van alle helers.
Zij is de baas.
Jij bent burgemeester… en zij is de baas van de Newport Groep.
Want zij is de baas.
Zij is de baas, niet?
Frances slaat me in de boeien als ik iemand wakker maakt, want zij is de baas.
En zij was de baas.
Zij was de baas.
Zij zijn de baas dus zij bepalen wat er gebeurt.
Zij zijn de baas.
Zij zijn de baas over dit gebied.