BIFF - vertaling in Frans

• biff
• punch

Voorbeelden van het gebruik van Biff in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans

Biff betrapte me.
Biff m'a cogné.

Net zoals Biff Tannen.
Tout comme Biff Tannen.

Behalve Biff Baxter dan.
Personne excepté Biff Baxter.

Wie is Biff Tannen?
Qui est Biff Tannen?

Wat voor naam is Biff?
De plus, c'est quoi Biff comme nom?

Het feestje is voorbij, Biff.
La fête est finie, Biff.

Kijk, Biff, daar is hij.
Regarde, Biff, le voilà.

Is Biff dan niet grappig?
Biff est drôle, non?

Je vergelijkt mij met Biff Loman?
Tu me compares à Biff Loman?

Is dat wat Biff en Skippy zijn?
Est-ce que Biff et Skippy en sont?

M'n ouwe heer gaat Biff neerslaan!
Mon père va frapper Biff!

George, je hebt Biff neergeslagen.
George! On dit que tu as étendu Biff.

Biff Arnold, de eigenaar van de juwelierswinkel?
Biff Arnold, le propriétaire de la bijouterie?

Jij in het speciaal, Biff.
Surtout toi, Biff.

Waarom lieg je tegen ons, Biff?
Pourquoi tu nous mens, Biff?

Hij heeft Biff in een klap neergeslagen.
Il a étendu Biff d'un coup de poing.

Stomme Biff! Hij vind zich zo slim!
Quel con, ce Biff!

Biff, dit is Miss Francis, mijn buurvrouw.
Biff, voici Miss Francis, ma voisine.

Doen Biff en Skippy het goed voor jullie?
Biff et, euh, Skippy travaillent bien pour vous?

Carlita, Biff, Rocco, maak eens wat plaats.
Carlita, Biff, Rocco, faites de la place.