Voorbeelden van het gebruik van Grinch in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
gast artiest, Grinch, kat in de hoed, kunst,
Oké, broeikaseffect Grinch.
De Grinch haatte Kerstmis.
De Grinch zei alleen.
Vergeet de Grinch niet.
Het was de Grinch!
Waarom haatte de Grinch Kerstmis?
Poten thuis, Grinch.
Zei de Grinch tegen Kerstmiss.
Mr Grinch.
Hij is net de Grinch.
Maar het was de Grinch!
Geen kind kan de Grinch verslaan!
De Grinch kreeg een heerlijk… afschuwelijk idee.
Ik ben de Grinch die Kerstmis heeft gestolen.
De Grinch is een personage van Dr Seuss.
Een beetje zoals de Grinch die Kerstmis teruggaf.
Alex, gedraag je niet als de Grinch.
Nodig de Grinch uit… dan ruineer je Kerstmis.
Is niet voor de Grinch bestemd, want.