Voorbeelden van het gebruik van Muts in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Die muts ik wist dat ie niet van jou was.
Muts voor in de stad en touring.
Compleet met muts, baard, jas,
Combinaties: muts sjaal delig pak.
Hug Me Bear Muts& WantjesHet perfecte kleine cadeautje voor een nieuwe baby.
De baby's muts! Het is net daarachter.
Gaf die muts je huiswerk?
Hij draagt een groene muts.
Pak mijn geweer en mijn muts.
Wie is die gast met die stomme muts?
Een zwarte, wol achtige muts.
Wat heeft dat joch met die groene muts tegen je gezegd?
Heb ik dat van die muts gezegd?
Bedankt voor die muts.
Ik zie haar muts.
Ik zocht naar die grijze muts met dat vak.
Groentjes moeten altijd hun muts dragen.
Is dat niet Ha Ni's muts?
Ja, ik vind je muts mooi.
Kijk maar naar gebreide muts van vrouwen.