Voorbeelden van het gebruik van Pudding in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Sorry van de pudding.
Ik ken iemand, die toegang heeft tot de fotoarchieven van' The Pudding.
Laat de pudding niet aanbranden.
Ze staan op wacht bij de jam en pudding.
Cake koffie pudding drank waterverf geschilderd koffiekoeketensnack.
Maakt u pudding voor me?
Carl, dat is niet jouw pudding.
Ze bracht me pudding.
Ik zal die pudding eerst proberen.
Maar pudding dus.
Morgen geen biefstuk als je nu je pudding niet opeet.
Een Figgy Pudding, misschien.
Geef me pudding terwijl ik je pols in afschuw vastgrijp.
Meer pudding?
Ik moet pudding kopen voor de reis.
Passievrucht pudding, ik had het moeten weten.
En ik heb brood pudding met zwarte bessen als dessert.
Black pudding torentjes met gremolata en geitenkaas.
Schattig karamel pudding Dit is een kook-spel.
Hoeveel pudding kan een persoon eten?