Voorbeelden van het gebruik van Slechterik in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Waarom is de wolf altijd de slechterik?
Ik ben niet de slechterik.
Altijd de slechterik.
Je bent een slechterik.
Hij is het slachtoffer, en ik de slechterik?
We hebben de slechterik toch opgepakt?
Welkom in de Phantom Zone, slechterik.
Slechterik staat hier,
Ja, slechterik.
Elaine heeft de slechterik van je gemaakt.
Is hij een slechterik?
Lever een slechterik af en een held komt tevoorschijn.
Lief dagboek. Vandaag zag ik mijn eerste echte slechterik.
Ik ben de slechterik. Ik zal je iets zeggen.
Hier ben je òf een van de goeden… of een slechterik.
Een deur openen, een slechterik neerschieten, een leven gered.
Hij is een slechterik.
De slechterik is dood. Wat nu?
Andrew, slechterik.
Is dat de slechterik, Levi Holt?