Voorbeelden van het gebruik van Trout in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Waar is Trout?
Dat klopt, M. Trout.
Zijn naam is Paul Trout.
Trout, het is een eer.
Ken jij Kilgore Trout?
Trout kan niets zeggen.
Trout moet de vis zijn.
Neem Trout met je mee.
Mrs Trout, dit is mijn huwelijk.
Dus is Trout een familienaam of.
M. Trout.
M. Trout.
Trout deed zich voor als mijn protegé.
Ik wil weten waarom Trout je wil vermoorden.
Trout zat opgesloten
Als je met Trout gaat, ben je alleen.
Het lijkt op Trump Street. Of Trout Street.
Het werkt niet op die manier, M. Trout.
Claude, Ponch en Trout liggen in de straten van Lassoo.
Geloof je nu in helderzienden, Trout?