Voorbeelden van het gebruik van Vaarbevoegdheidsbewijzen in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Official
-
Colloquial
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
L _BAR_ Filippijnen _BAR_ Vaarbevoegdheidsbewijzen dekofficieren: D1- Kapitein, Reg. II/2D2- Eerste stuurman, Reg. II/2D3- Tweede stuurman, Reg. II/1D3- Derde stuurman, Reg. II/1 _BAR.
Zeevarenden die dienst doen op een schip als bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 mei 2006 inzake vaarbevoegdheidsbewijzen voor zeevarenden beschikken over een vaarbevoegdheidsbewijs in overeenstemming met hetzelfde besluit;
Elke zeevarende, aangesteld op één van haar schepen in het bezit is van een passend vaarbevoegdheidsbewijs in overeenstemming met de bepalingen van het koninklijk besluit van 24 mei 2006 inzake vaarbevoegdheidsbewijzen voor zeevarenden;
de overige lidstaten te informeren voordat zij een officiële verklaring met betrekking tot de erkenning van vaarbevoegdheidsbewijzen van een derde land intrekken.
Verbetering, aanscherping en vereenvoudiging van de huidige procedure voor erkenning van door derde landen afgegeven vaarbevoegdheidsbewijzen, middels invoering van een communautair systeem voor erkenning van derde landen die aan de minimumeisen van het STCW‑Verdrag voldoen;
De lidstaat treft maatregelen om ervoor te zorgen dat zeevarenden die vaarbevoegdheidsbewijzen voor functies op managementniveau ter erkenning aanbieden, beschikken over de vereiste kennis van de zeevaartwetgeving van de lidstaat, voorzover van toepassing voor de functies die zij mogen uitoefenen.
verduidelijking en vereenvoudiging van vaarbevoegdheidsbewijzen.
aan het verdrag ingevoerd, met name over de voorkoming van frauduleuze praktijken voor vaarbevoegdheidsbewijzen, op het gebied van medische normen,
bevat geen bepalingen ten aanzien van de taal waarin de officiële verklaringen moeten zijn gesteld die worden afgegeven door de lidstaten ter bevestiging van de afgifte van nationale vaarbevoegdheidsbewijzen.
criteria voor de erkenning van door derde landen afgegeven vaarbevoegdheidsbewijzen en de goedkeuring van maritieme opleidingsinstellingen
criteria voor de erkenning van door derde landen afgegeven vaarbevoegdheidsbewijzen en de goedkeuring van maritieme opleidingsinstellingen
In verband hiermee, en gezien de problemen die zijn gerezen bij de toepassing van de bepaling van de richtlijn met betrekking tot de procedure voor erkenning van de door derde landen afgegeven vaarbevoegdheidsbewijzen, is de Commissie van mening
Dit is een waardevolle bepaling en de Commissie zal deze opnemen in een speciaal wetgevingsvoorstel betreffende vaarbevoegdheidsbewijzen van lidstaten dat tot doel zal hebben de erkenning van vaarbevoegdheidsbewijzen tussen de lidstaten te vergemakkelijken
is gedaan naar aanleiding van problemen die zich hebben voorgedaan bij de toepassing van de huidige procedure voor de erkenning van buiten de Unie afgegeven vaarbevoegdheidsbewijzen die bij de richtlijn is ingevoerd.
Indien het Directoraat voornemens is door middel van een officiële verklaring, de door een derde land afgegeven passende vaarbevoegdheidsbewijzen voor kapiteins, officieren of radio-operators te erkennen
het behoud van de mogelijkheid van een selectieve procedure bij de erkenning van vaarbevoegdheidsbewijzen; de invoering van een Europese conformiteitsverklaring voor die bewijzen;
Waar naar deze bijlage wordt verwezen, moeten de volgende gegevens die genoemd zijn in sectie A-I/2, lid 9, van de STCW-code voor alle vaarbevoegdheidsbewijzen of officiële verklaringen van hun afgifte,
criteria voor erkenning door de lidstaten van door derde landen afgegeven vaarbevoegdheidsbewijzen overeenkomstig het inmiddels gewijzigde Verdrag van de Internationale Maritieme Organisatie( IMO) betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding,
waarin wordt verduidelijkt dat vaarbevoegdheidsbewijzen die vóór de inwerkingtreding van deze richtlijn zijn afgegeven, geldig blijven,
De met de scheepvaartcontrole belaste ambtenaren die daartoe aangesteld zijn, vergelijken de normen inzake bekwaamheid die zij aan kandidaten stelden voor vaarbevoegdheidsbewijzen afgegeven vóór 1 februari 2002, met die welke in deel A van de STCW-code voor de passende vaarbevoegdheidsbewijzen zijn genoemd, en stellen vast of het noodzakelijk is de houders van dergelijke vaarbevoegdheidsbewijzen een passende herhalings- en bijscholingscursus te laten volgen