Voorbeelden van het gebruik van Worm in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Een stomme nutteloze worm, die zijn eigen stront vreet.
Beslist 'n worm of bloedzuiger.
Zoals de worm zei tegen het bord spaghetti.
Daarom stuurde je ons die worm om Londen in duisternis te dompelen.
De worm is actief.
De Guinea worm is onze favoriet.
Hij heeft 't brein van 'n worm vergeleken met 't mijne.
Maar het enige dat ze kregen was een maaltijd van worm.
Wil je de Worm zien?
Je bent geen worm.
M'n kleine worm.
Luister, kleine worm.
Ik denk dat ik een worm gevonden heb.
Jij! Worm!
En ik zie aan je kraalachtige ogen dat je een worm bent.
Ik heb het verkeerd, wat betreft de worm en hoe het overgaat.
Beter bekend als de Polynesische worm.
Ik schrijf de worm.
Dat is die moordlustige gigantische worm film met Kevin Bacon.
Sorry, meneer worm.