Voorbeelden van het gebruik van Bitch in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Waarom zei je niet dat die bitch zo vroeg komt?
Mam, waarom ben je zo'n bitch?
Ik ben jouw bitch niet meer.
Er is een honderd procent kans dat je iemand zijn bitch wordt.
Dat is voor Night Bitch.
Ga mijn huis uit, bitch.
Achteruit, Abercrombie Bitch.
Nog belangrijker, ik wordt niemand zijn bitch.
Ze was een ijskoude bitch.
Hee, man, ik probeer hier zaken te doen, bitch.
Maar nu ben je Penguins bitch?
Je bent een harteloze bitch!
En ik kan zien aan je schoenen dat je een bitch bent.
Alleen Oxycodon kan een lief meisje in een bitch veranderen.
Ja, en jij bent de nanny en zij is de bitch.
na- van Boil N'Baggies aan Boring Bitch.
En ja, zij kan soms een veeleisende bitch zijn.
Oh, alsof de psychotische bitch die jou heeft opgevoed.
Ik weet hoe zo'n bitch denkt.
Die bitch is nog jong.