Voorbeelden van het gebruik van Kleinzielig in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Kleinzielig en zorgeloos kunnen zijn en… nalatig,
jaloers, kleinzielig, brutaal, op slavernij gericht, moordzuchtig, wraakzuchtig.
ruim of kleinzielig.
Als ik zeg: ‘Mijn geest is ondiep, kleinzielig, bekrompen, beperkt', hoe ben ik dan deze dingen te weten gekomen?
Ik ben heel erg kleinzielig, maar het Woord van mijn God is geweldig groot,
Ik was kleinzielig en rancuneus, en ik zal iemand anders zoeken om op de hond te passen.
Daarom moeten we nu niet kleinzielig gaan discussiëren over de cijfers na de komma,
De leiding, kleinzielig en wraakzuchtig, zullen intussen al hun middelen om druk uit te oefenen op de gevangene gebruiken
vijandig, kleinzielig en ondoeltreffend is.
In het geval van Mutahi was het gebruik van zijn eigen familie in parodieën een middel dat was bedoeld om te demonstreren dat kleinzielig despotisme binnenshuis niet wezenlijk verschilt van de politieke tirannie die wordt georkestreerd door een autocratische president.
dan krijg je mensen die bigot zijn, kleinzielig, intolerant, want het staat geschreven in het boek.
Rechtvaardig ik mijn leugen als een noodleugen, dan moet ik niet zo kleinzielig zijn om de gerechtvaardigde leugen van de sterkste bevestiging te beroven?
Het is kleinzielig te blijven staan bij enkel de beschouwing
Er is niets kleinzieligs aan $20 miljoen.
Je bent een kleinzielige en wraakzuchtige vrouw.
Je voelt hun kleinzielige, waardeloze emoties.
Ik ben veranderd in een kleinzielige.
Denk je dat je kleinzielige trucs de plaats van je karakter kunnen innemen?
We moeten die kleinzielige ruzie stoppen.
Rome is niet geïnteresseerd in kleinzielige veroveraars.