Voorbeelden van het gebruik van Naar de stad in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Verbindingen naar de stad zijn overal omheen!
Ik moet naar de stad, Gideon.
Voor ritjes naar de stad is mijn Mihatra-fiets net zo makkelijk.
Naar de stad van Decatur verliet ze haar vroege weldaad,
Toen je naar de stad reed, je auto was modderig.
Kijk naar de stad.
Naar… naar de stad.
Ik moet naar de stad, wat spullen voor vanavond halen.
Je gaat echt naar de stad,?
Ze gaan naar de stad.
Ik moet naar de stad om hulp te halen.
Hij zou naar de stad gaan.
Goede busverbindingen naar de stad en industriegebied.
Gaat Robbie nog naar de stad tegenwoordig?
Acht kilometer naar de stad.
Ik moest gaan naar de stad te halen de kranten voor mijn ronde.
Toen ik naar de stad kwam, was ik ook zo.
Niemand moet naar de stad.
Baby monica naar de stad op een seks-apparaat gaat.