PASCHA - vertaling in Spaans

pascua
pasen
pascha
paasfeest
easter
pesach
paaseiland
passover
paasvakantie
paas
paasmaal
pésaj
pesach
pascha
seder
del pesaj
pascha
passover

Voorbeelden van het gebruik van Pascha in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
En als Hij te Jeruzalem was, op het pascha, in het feest, geloofden velen in Zijn Naam, ziende Zijn tekenen, die Hij deed.
Cuando Jesús estaba en Jerusalén durante la fiesta de la Pascua, muchos creyeron en Su nombre al ver las señales que hacía.
Daags na het pascha trokken de zonen van Israël met opgeheven hand voor de ogen van alle Egyptenaren uit.
Al día siguiente a la Pascua, los hijos de Israel salieron con mano alzada a la vista de todos los egipcios.
Daar was ook geen pascha als dat in Israel gehouden, van de dagen van Samuel, den profeet.
No se había celebrada una Pascua como esta en Israel desde los días del profeta Samuel;
We brachten Pascha door met beiden in Anchorage, Alaska,
Pasabamos la Pascua Judía con ambas mujeres en Ancorage,
De feestdag van Pascha wordt vooral gekenmerkt door de paaseieren,
La festividad de la Pascua se caracteriza sobre todo por los huevos de pascua,
Ook hielden de kinderen der gevangenis het pascha, op den veertienden der eerste maand.
Y los hijos de la cautividad celebraron la pascua a los catorce del mes primero.
Pascha werd jaarlijks op de 14e Nisan gehouden door de apostolische
La Pascua se celebraba anualmente el 14 de Nisan por los cristianos apostólicos
Hebben tijdens de Pascha maaltijd op tafel taart,
Tener durante la cena de la Pascua en la torta de mesa,
Hij stelde deze echter in op de datum van het joodse Pascha, dat onder zijn discipelen door de Gedachtenisviering van Christus' dood werd vervangen.
Sin embargo, la instituyó en la fecha de la Pascual judía, que entre sus discípulos fue reemplazada por la conmemoración de la muerte de Cristo.
deze leiders nog niet eens Pascha hadden ervaren(ofwel,
siquiera habían experimentado la Pascua(es decir,
Voor degenen die geen Pascha Seder deden, niet weten wat te doen of niet willen doen.
Para aquellos quienes no han hecho la cena de Pascua sin tener conocimiento de que hacer o no queriendo hacerlo.
Als ze de Pascha maaltijd hadden genuttigd op de avond na Abib 14 zou het voor hen onwettig zijn geweest om het huis te verlaten.
Si hubieran comido la cena de la Pascua en la noche después de Abib 14, habría sido ilegal para ellos salir de la casa.
Daar was ook geen pascha als dat in Israel gehouden, van de dagen van Samuel, den profeet.
No se había celebrado una Pascua como ésta en Israel desde los días del profeta Samuel.
En als Hij te Jeruzalem was, op het pascha, in het feest, geloofden velen in Zijn Naam, ziende Zijn tekenen, die Hij deed.
Estando en Jerusalén en la fiesta de la pascua, muchos creyeron en su nombre, viendo las señales que hacía.
Deze maaltijd verving het joodse Pascha en dient daarom slechts eenmaal per jaar gevierd te worden.
Esta comida sustituyó a la Pascua judía y, por esa razón, debe celebrarse una sola vez al año.
en bereidden het pascha.
prepararon la cena de Pascua.
ongeveer 50 dagen eerder dan het Pascha volgens berekeningen uit de evangeliën.
aproximadamente 50 días antes de la Pascua por cálculos de los evangelios.
Ik werd voor het eerst in Gods ministry in de wereldwijde Kerk van God geordineerd op het Pascha van 1981.
Fue en el Pésaj de 1981 que yo he sido ordenado en el ministerio de Dios en la Iglesia de Dios Universal.
De laatste avond van vrijheid, Jezus verzamelde zijn discipelen het Pascha maaltijd te eten.
En la última noche de libertad, Jesús reunió a sus discípulos para comer una comida de Pascua.
en bereidden het pascha.
prepararon las cosas para la pascua.
Uitslagen: 626, Tijd: 0.0919

Top woordenboek queries

Nederlands - Spaans