Voorbeelden van het gebruik van Pis in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Proeft naar pis.
Zeg aan Mussolini dat we al maanden zand eten en pis drinken.
Ik pis op dat huiszoekingsbevel.
Die van jou is beter. Goed, maar pis niet op de vloer.
Ga de wc in en veeg die pis van de toiletbril!
Pis in dit potje, alsjeblieft.
Geef ze een goede, lange pis terwijl je hangt.
Ik pis op jullie, hoerenzonen.
De vloer was bedekt met pis en gebroken glas.
Pis gewoon in het bekertje.
Ik wil niet tanden trekken en paarde pis als een tonic verkopen.
Hier: 3 jaar geleden voordeel: 132 pis, verborgen factor: Xvideos.
Ik pis op het graf ervan.
Het ruikt hier naar pis.
Pis in de steeg.
Het ruikt naar pis!
Het smaakt naar de pis van de zon.
Ik pis in jullie gezichten.
Mijn vader stonk naar pis.
Kerel, pis in de bosjes.