Voorbeelden van het gebruik van Puppy in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Dit is nog beter dan de puppy.
Dat is zijn puppy.
Ik ben een puppy. Hoor mij grommen. Gromm!
Ik ben een puppy. Hoor mij grommen.
En iedere puppy zal een beetje eten.
Bad Puppy, mijn lievelings.
Kijk die kleine puppy eens met die zwembandjes!
Het plaatselijke asiel houdt vanmiddag een puppy parade.
Hoe is het met de puppy?
En op zondag heb ik kleine Nala, mijn puppy, opgehaald.
Ze is toch nog maar een puppy?
De beste puppy play groepen bestaan uit een kleine kring.
Een puppy heeft genoeg aan dagelijks spelen met het gezin
Een puppy berichtenforum?
Puppy wennen vlees
Ze gaf je de puppy ogen, of niet soms?
Wat kan een puppy nog meer wensen?
Het zijn puppy ogen, en dat doe ik niet.
Hoe de puppy spenen te halen alles uit de grond???
Erger dan het Puppy Park kan het niet zijn.