CACHORRO - vertaling in Nederlands

puppy
cachorro
perrito
perro
pup
cachorro
perrito
crías
hond
perro
perrito
canino
cachorro
welp
cachorro
osezno
cría
lobato
jong
joven
juvenil
niño
pequeño
cría
jóven
cachorro
cub
cachorro
puppie
cachorro
perrito
puppy's
cachorro
perrito
perro
hondje
perro
perrito
canino
cachorro
pupje
cachorro
perrito
crías
pups
cachorro
perrito
crías
puppies
cachorro
perrito

Voorbeelden van het gebruik van Cachorro in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Cuando te conocí, Hunk, era un cachorro asustado y solitario.
Toen ik je ontmoette, Hunk, Was ik een bang en eenzaam hondje.
Papá,¿voy a recibir un cachorro para Navidad?
Papa, krijg ik een hondje voor kerst?
Mejor cachorro en exposición.
Beste hond op een show.
Como un cachorro perdido, y me partió el corazón.
Net een verdwaald hondje, en ik verloor mijn hart aan hem.
Supervisar su cachorro cada vez que están fuera.
Controleer je hond iedere keer nadat jullie buiten zijn geweest.
Si me vas a seguir como un cachorro te trataré como a uno.
Als je me als een hondje volgt, behandel ik je ook zo.
¿Tu jardín es seguro para tu cachorro?
Is jouw huis veilig voor je hond?
¿Qué cachorro debo comprar? No sé?
Wat voor puppy zal ik nemen?
Cachorro de tres meses.
Een hondje van 3 maand.
El cachorro pesa unos 1.500kg al nacer.
Het kalf weegt bij de geboorte 1500 kg.
El cachorro que Santa me dio no se despierta.
Het hondje dat de Kerstman mij gaf wil maar niet wakker worden.".
Hola, cachorro.¿Tienes sed?
Hoi, jongen, heb je dorst?
Ese pequeño cachorro es todavía una gran‘parte de mi ser'.
Dat kleine hondje is nog heel erg ‘deel van mijn Wezen'.
Desnutrición Delfín Mular con cachorro(ambos desnutridos).
Grote tuimelaar met kalf(beide vermagerd).
No. El cachorro es tuyo.
Nee, het hondje is voor jou.
Este pequeño cachorro de Beagle ha encontrado un divertido entretenimiento en el parque.
Deze kleine Beagle jonge hond heeft een leuke entertainment in het park gevonden.
El cachorro se llama Bear.
Het hondje heet Beer.
Cachorro de sí mismo le mostrará
Het Puppy van zich zal laten zien
¿Un cachorro jugando baloncesto?
Een hondje dat basketbalt?
Retrato de un hermoso gato esfinge cachorro.
Portret van een mooie pup Sfinx kat.
Uitslagen: 5453, Tijd: 0.0753

Top woordenboek queries

Spaans - Nederlands