JONGEN - vertaling in Spaans

chico
jongen
man
kind
kerel
knul
vent
joch
guy
jochie
boy
niño
kind
jongen
baby
peuter
jochie
joch
knul
muchacho
jongen
knul
kind
man
jochie
kerel
jongeman
joch
boy
knaap
hijo
zoon
kind
jongen
baby
knul
tipo
soort
type
vorm
man
kerel
vent
aard
jongen
gozer
dergelijke
joven
jong
jongeman
meisje
jongeling
jongedame
young
vrouw
man
tiener
jeugdige
hombre
man
mens
kerel
vent
mannelijk
jongen
mensheid
heren
tío
oom
man
kerel
vent
gast
jongen
uncle
nonkel
gozer
tante
amigo
vriend
maat
kerel
makker
jongen
buddy
bevriend
chaval
jongen
kind
jochie
joch
man
jong
kiddo
die knul

Voorbeelden van het gebruik van Jongen in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Zelf was ze bang voor de dingen die ze begon te voelen voor de jongen.
Empezaba a asustarse por lo que empezaba a sentir por la chica.
Bier laat me alleen denken aan de jongen.
La cerveza es sólo va a me recuerdan a la niña.
Ik ga het hoofd van die jongen inslaan… met een hamer.
Voy a aplastar la cabeza de ese chico… con un martillo.
Ik zou het niet erg vinden als je me neervlijde op een rendiervel, jongen.
No me molestaría que me tires sobre una piel de venado, muchachito.
Ik zie je rondrijden met de jongen van wie ik hou.
Te veo manejando por la ciudad Con la chica que amo.
Grote veranderingen, jongen.
Grandes cambios, muchachito.
Ik ben nooit het type geweest om voor een jongen te koken.
Nunca he sido del tipo de chica de cocinar la cena.
Wie is mijn schone jongen?
¿Quién es mi muchachito limpio?
Is de Hoopvolle Eekhoorn een jongen of een meisje?
¿La Ardilla Esperanzada es una chica o un chico?.
Een gelukkige familie- twee kinderen, een jongen en een meisje.
Y tener una familia feliz. Dos hijos, una niña y un niño..
Lucinda was de gemeenste jongen in de derde klas.
Lucinda era la chica mala de tercer curso.
Hallo jongen.
Hola, muchachito.
Jongen, je bent mijn favoriete twaalfjarige'.
Colega, eres mi crío de 12 años favorito.
Ik kende een jongen van het management, hij werd gek.
Conocí a un tipo de la gerencia que se volvió loco.
Ja, jongen, wat is er?
Yeah, colega, qué hay?
Je kunt de jongen misschien bedotten, maar ik heb die blik eerder gezien.
Puede que engañes al chico; pero ya he visto antes esa mirada.
Waarom wil Marwan de jongen zo graag hebben?
¿Por qué Marwan quiere al chico? ¿Cuál es su valor?
Wel, jou jongen Lester is zonder twijfel een racist.
Pues tu colega Lester sí que es un completo racista.
Oh, jongen dit hele gedoe is ingewikkelder geworden.
Oh, viejo, todo esto se pone mucho más complicado.
Een jongen van twaalf jaar gaf een les van vijfentwintig minuten over de verzoening.
Un jovencito de doce años enseñó durante veinticinco minutos una lección sobre la Expiación.
Uitslagen: 40224, Tijd: 0.0704

Jongen in verschillende talen

Top woordenboek queries

Nederlands - Spaans