HIJO - vertaling in Nederlands

• zoon
• kind
• jongen
• baby
• knul
• zoontje
• kinderen
• kindje
• zoons
• zoon's

Voorbeelden van het gebruik van Hijo in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Se la quitaron de su hijo… que nunca tendrá.
Ze werd ontnomen aan de kinderen… die ze nooit zal hebben.

Con mi hijo, digo.
Met de jongen, bedoel ik.

¿Y qué diréis acerca de que vuestro hijo luche por los Jacobitas?
Wat zul je zeggen over jouw zoon die voor de Jacobieten vecht?

Un padre, un hijo y sus amigos de toda la vida?
Ook van vader op zoon? Oude vrienden?

¡Levante hijo, levante!
Sta op zoon, sta op!.

Hijo, amor verdadero es lo más importante en el mundo.
Jochie, ware liefde is het belangrijkste in de wereld.

¿Era tu hijo el de ese artículo?
Dat ging over jouw zoon in dat artikel?

Su hijo murió.
Haar zoon is overleden.

¿Cuál es el caso?- Es mi hijo, Spencer.
Het gaat over mijn zoon, Spencer.

Papi hijo, vuelve a la cama ya
Papi Junior, ga gelijk naar bed.

Mi hijo reacciona a la leche.
De baby reageert op de melk.

No supe que mi hijo estaba matando gente hasta que trajo a ese niño.
Ik wist van niets, tot m'n zoon die jongen meebracht.

Mi hijo no me habla.
De kinderen praten niet meer met me.

Soy Dewey, hijo, pero mis amigos me llaman"Dewdrop".
Ik ben Dewey Junior, maar mijn vrienden noemen mij'Dewdrop'.

Concierne a su hijo.
Het gaat over uw zoon.

Hijo, supongo que no te dará propina.
Jochie, ik denk niet dat ie 'n fooi geeft.

Mi hijo.
Over mij zoon.

É hijo de Ela, fue Cenez.
En de kinderen van Ela, te weten Kenaz.

Para que su hijo pudiera respirar.
Zodat haar jochie kon ademen.

Su hijo acerca de sus sueños personales
Praten met uw kind over hun persoonlijke dromen