Voorbeelden van het gebruik van Chico in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Oh Si, recuerdo a ese chico de la boda de Joe.
¿Incluso cuando no se trata de un chico y una chica? .
Ese era mi chico.
Clark, le hayan borrado la memoria o no, este chico trató de matarte.
Clark, gewist geheugen, of niet deze knaap probeerde je te doden.Vaya resultado de tu chico ayer en la prueba de aptitud.
Een aardige prestatie van jouw mannetje bij Wonderlic gisteren.Él era el limpiador yo vi a ese chico, también.
Het was de schoonmaker.- Ik heb die knaap ook gezien.Este es mi chico.
Dit is mijn mannetje.Le rompiste el brazo a mi chico.
Je brak de arm van mijn mannetje.Ese es nuestro chico, Ganz.
Dat is ons mannetje, Ganz.Sr. Alfa que bueno que esta aquí, su chico Ramírez?
Godzijdank dat jij hier bent. Jouw mannetje, Ramirez?Claude, aquí está tu chico.
Claude. Daar is je mannetje.Tú eres nuestro chico.
Jij bent ons mannetje.¡Rosa D besándose con su chico en la calle!
Rosa D staat op straat te lebberen met haar mannetje.Eres mi chico.
Jij bent m'n mannetje.El chico sonriente del póster.
Lachende jongens pin-up.Es acerca de una chico nube que se enamoró de una chica nube.
Het gaat over een jongens wolkje. die verliefd wordt op een meisjes wolkje.Apuesto a que sabe un chico que conoce a un tipo.
Jij kent jongens die andere Estoy en territorio inexplorado, chico.
Ik zit in een onbekend water, jongens.Lo siento, chico.
Het spijt me, jongens.Algunas mujeres no van a salir con un chico que lleva Crocs.
Sommige vrouwen daten niet met jongens die Crocs dragen.
