Voorbeelden van het gebruik van Kerel in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hoe is het, kerel?
Daar loopt een kerel rond die mijn vriend vermoorde.
Wie is deze knappe kerel?
Mijn advies, praat met de OL kerel.
Hé, kerel.
Smachten naar een kerel zoals jij.
Hoi, Kerel.
Dit zijn Aziaten, kerel.
Bedankt, kerel.
Oké, kerel.
Ben je ok, kerel?
Ik weet zeker, dat de kerstman dit jaar wel voor je komt, kerel.
Wat doe je daar, kerel?
Hoe is het met je arm, kerel?
Verdomme, kerel, je wordt vader!
Iemand moet die kerel stoppen, hij mag hier niet mee doorgaan.
Jij bent die sexy, charmante kerel die me wou verleiden met een drankje.
Ja, waar die kerel je gisteren over benaderde.
Kerel, het is Dr. Dre.
Kerel. Ik zag je bijna over zes auto's springen in Buffalo.