TIO - vertaling in Nederlands

• oom
• man
• tio
• kerel
• jongen
• gast
• vent
• uncle
• nonkel
• gozer
• dude

Voorbeelden van het gebruik van Tio in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Es…¿el tio del trabajo de la rehabilitación? Supongo?
Die vent van de afkickkliniek-klus?

Tio Tom, ensamblar!
Uncle Toms, verzamelen!

¿Estás seguro que este tio de Hill está en el bolsillo de Cruz?
Weet je zeker dat Cruz deze Hill kerel in zijn broekzak heeft?

Somos amigos, tio.
We zijn vrienden, jongen.

Tio, que estas haciendo?
Gozer, wat doe je?

Hijo… el tio Homero es
Nonkel homer is net

El más afortunado tio en brasil por ahora.
De gelukkigste dude in brazilië door ver.

Tio, se supone que no tienes que tener una cita en una boda.
Gast, je wordt niet verwacht een date te hebben op een trouw.

¿El tio Ben sabe de esto?
Weet Uncle Ben dit?

Bobby es buen tio.
Bobby is een aardige vent.

Gracias tio.
Bedankt, jongen.

Ruido de temblores Es como Houdini, o el tio de Alcatraz.
Hij is net als Houdini, of die kerel van Alcatraz.

Loco viejo tio bonks jóvenes chica.
Gek oud dude wielrenners jong meisje.

Tio, basta con las cartas".
Gast, genoeg met de brieven.

Es un tio agradable, pero nadie quiere realmente compartir la habitación con él.
Het is een aardige gozer maar niemand wil een kamer met hem delen.

Tio, a donde vas?
Nonkel naar waar ga je?

¿Cuál es el origen de la imagen del Tio Sam?
Hoe is de afbeelding van Uncle Sam ontstaan?

Soy un tio sensible.
Ik ben een gevoelige vent.

Pero entonces pasó algo, tio.
Maar dan gebeurd er iets, jongen.

Cassandra nix es en el camino al orgasmo con tio caliente.
Cassandra nix is op de weg naar een orgasme met hete kerel.