AMIGO - vertaling in Nederlands

• vriend
• maat
• kerel
• makker
• amigo
• jongen
• buddy
• bevriend
• vrienden
• vriendje
• maatje
• vriendjes

Voorbeelden van het gebruik van Amigo in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Aquí vamos, amigo.
Daar gaan we, makker.

Mi amigo es de la vieja escuela.
Mijn partner is nog van de oude school.

¿Hey amigo, sabes en dónde está el banco Oakton?
Hoi maat, weet je waar de Oakton Bank is?

¿Cómo estás, hombre?- Sabes qué quiero, amigo.
Je weet wat ik wil, makker.

Amigo, esa es una señal de que deberías invitarla a salir.
Dude, dat… is een teken dat je haar uit moet gaan vragen.

Hey, amigo,¿cuál es la buena palabra?
Hey maat, wat is het goede nieuws?

Diga lo que quiera, amigo.
Zeg wat je wil, makker!

Amigo, esta impresión de la Dra. Joan es el dedo índice.
Gast, deze vingerafdruk van dokter Joan is een wijsvinger.

Oye, amigo, no te escucho.¿Quién habla?
Hé maat, ik hoor je niet Wie is dit?

Sí, es correcto, amigo.
Ja, dat klopt, makker.

Soy el amigo que te dice… que te están usado como cajero automático.
Ik zeg je als vriend dat je als een geldautomaat wordt gebruikt.

Gracias, amigo.
Dank je wel makker.

Si amigo, nunca me sentí mejor.
Ja joh. Nooit beter gevoeld.

No querrás arruinar su funeral, amigo. vamos.¿Sí?
Je wilt zijn begrafenis toch niet verpesten, hé makker?

El hombre al que yo consideraba mi amigo me engañó.
De man die ik als mijn vriend beschouwde, bedroog me.

Lo siento, amigo.
Het spijt me makker.

Seleccione Quitar amigo y, a continuación, confirme la acción.
Selecteer Remove Friend en bevestig de actie.

Los rumores son ciertos, amigo.
De geruchten zijn waar, makker.

Amigo, eres Todavía está vivo?
Dude, je bent nog in leven?

Elegiste la caravana equivocada, amigo.
Je hebt de verkeerde konvooi gekozen, makker.