Voorbeelden van het gebruik van Boy in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik werk met me boy Ryder aan dat stipverhaal.
Boy werd geschorst.
Boy was zenuwachtig.
Boy, ik moet zeggen… je bent niet erg enthousiast me weer te zien.
Boy, iemand moet het met mij proberen.
Net als de Boy Toy-veiling, zonder kussen en halfnaakt gedoe.
Golden Boy gezien?
Die vent is een Beach Boy sinds Duke Kahanamoku. Beach Boy? .
But, de boy heeft ook nog andere dromen.
Om de komst van Stevie Boy naar dit gat te vieren.
Boy, ben je daar?
Jij wordt Blue Boy Leader, bucko.
There's a boy thinking of her ♪.
Hij is The Golden Boy van het Engelse voetbal.
Je bent dan wel een bad boy, maar je bent geen slecht mens.
Donalds en Capfolow Boy zijn op een onbekende locatie.
Oh, boy klinkt alsof mijn auto er is.
Dit is Boy Jam, en dit is jongens met Mouthz.
Bob's Big Boy figuur niet opgenomen.
Boy George's nieuwe video.