Voorbeelden van het gebruik van Stan in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Stan, je hebt geen hap gegeten.
Ik ben je vriend, Stan.
Het woeste wezen zou de achtjarige Stan Marsh uit South Park zijn.
Alles wijst erop, Stan.
Maar Sid, je hebt de show gezien voordat Stan deze overnam.
Francine? Ik ben hier, Stan.
Dit geloof je niet. Stan belde net.
Ik moet Stan spreken.
Hij heet Stan Watkins.
Je heet Stan.
Als ik sterf wil ik sterven als Mrs. Stan Smith.
Er waren nog zes getuigen om op te roepen, waaronder Stan.
En ik denk dat Stan de verbinding is.
Dit zijn Joanne en Stan.
Hij heet Stan Marsh.
Hé, ik heet Stan en ik.
Dat is niet Stan zijn personeel.
Dat weet ik, maar Stan Larsen niet.
Maar je vertrouwt Stan?
Daar rekende ik op, Stan.