TICO - vertaling in Spaans

tico
dialoog
een tico

Voorbeelden van het gebruik van Tico in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
AIDÉ. TICO".
AIDÉ. TICO".
Dat maakt deel uit van Toyota Industries Corporation(TICO), marktleider op het gebied van intern transport oplossingen.
que forma parte de Toyota Industries Corporation,(TICO) líder global en equipos de manipulación de materiales.
adem Torre TICO liefde en respect voor de natuur
en Torre Ticó se respira el amor
Werkplaatshandboek Daewoo Tico.
Manual de taller Daewoo Tico.
Ik ben Tico.
Soy Tico.
Geen feestjes, geen Tico.
Ni fiestas ni Tico.
Tico en Chepe zijn rotzakken.
Tico y Chepe son bastardos.
Tico en Chepe zijn daar.
Tico y Chepe están ahí.
Tico, wat heeft hij gezegd?
Tico,¿qué te dijo?
Hoor je dat, Tico?
¿Oyes eso, Tico?
Tico, het is al goed.
Tico, está bien.
Heb je met Tico gesproken?
¿Has hablado con Tico?
Tico en Chepe hebben niks gejat.
Tico y Chepe tiene nada robado.
Wat wilden Tico en Chepe?
¿Qué Tico y Chepe?
Of ik roep Tico en Chepe.
O voy a llamar Tico y Chepe.
Tico de Madrid- ontvangen gele kaart.
Tico de Madrid- recibirá la tarjeta amarilla.
Je kunt zijn bewaker bellen, Tico.
Puedes llamar a su guardia, Tico.
Nee, je deed het niet, Tico.
No, no lo hiciste, Tico.
We zullen zeker terugkomen en missen Tico nu.
Sin duda volveremos y se pierda Tico ahora.
We bestelden prachtige Tico fare ontbijt(inbegrepen).
Pedimos el desayuno maravilloso comida tico(incluido).
Uitslagen: 107, Tijd: 0.0406

Tico in verschillende talen

Top woordenboek queries

Nederlands - Spaans