Voorbeelden van het gebruik van Almorzar in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Después de almorzar nos dirigimos hacia las Salinas Grandes.
Na het ontbijt gaan we richting de Salinas Grandes.Tenemos que almorzar.
We moeten lunchen.¿Quieres almorzar o sólo mostrarme el estudio?
Wil je lunchen of wil ¿Quieres almorzar en el camino?
Wilt u lunchen op de route?Quiere almorzar contigo.
Hij wil met je lunchen.¿Quieres almorzar en algún momento?
Wil je ergens lunchen?¿A cambio podemos almorzar mañana?
Quizás podamos almorzar y, luego, ver qué sucede.
We kunnen misschien gaan lunchen en zien wat er van komt.¿Almorzar engaño, cenar revancha
Bedrog voor lunch, wraak ¿Por qué querías almorzar?
Waarom wou je gaan lunchen?Restaurantes para desayunar/almorzar en Bedford.
Restaurants voor diners met groepen in Bedford.Me gustaría almorzar con Vd y contarle más.
Ik wil graag binnenkort met u lunchen en Restaurantes para desayunar/almorzar en Decatur.
Restaurants voor diners met groepen in Decatur.¿Podemos almorzar solamente?
Kunnen we gewoon gaan lunchen?¿Qué, no puedes almorzar?
Kun je niet lunchen?Almorzar con los Hibbet.
Brunchen met de Hibberts.Ahora los invitáis a almorzar y os maldicen…!
¿Dónde quieres almorzar?
Waar wil je gaan lunchen?¿Te gustaría almorzar, o quizá tomar un trago esta tarde?
Heb je zin om vanmiddag te gaan lunchen of om iets Restaurantes para desayunar/almorzar en Orvieto.
Restaurants voor diners met groepen in Orvieto.
