JUEGUE - vertaling in Nederlands

• spelen
• ik speel
• om te gokken
• speelt
• speel
• speelde

Voorbeelden van het gebruik van Juegue in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Juegue Ahora- Selecciona un equipo
Play Now- Selecteer een team

Juegue en el televisor.
Op je tv spelen.

La próxima vez, juegue con universitarios.
Volgende keer speel je de Varsity.

Cuanto más juegue tragamonedas, mejor se sentirá.
Hoe meer speelt je sleuven hoe beter je zult voelen.

Tal vez juegue con uno de ellos.
Misschien kan ik hiermee spelen.

Juegue al Backgammon por dinero real 24/7!
Spel Backgammon om Echt Geld 24/7!

Juegue de forma responsable y con moderación.
Gokken verantwoord en met mate.

Dile que juegue con sus armas afuera.
Laat hem buiten met wapens gaan spelen.

Tenemos más de 300 tragamonedas Jackpot City para que usted juegue con.
We hebben meer dan 300 Jackpot City slots voor u om mee te spelen.

se siente solo juegue con su amigo.
je eenzaam bent… speel je maar met je vriendje.

Debido a la pesadez del automóvil, juegue con su hijo.
Vanwege de zwaarte van de auto kunt u spelen met uw kind.

Aún así, me estás pidiendo que juegue derechito en su mano.
Toch vraag je me om net in hun voordeel te gaan spelen.

¿Y le dijeron que juegue a los Sheriff?
En zeggen ze haar om sheriff te gaan spelen,?

El objetivo es evitar que el adversario juegue una de sus bolas.
Het doel is om de tegenstander te voorkomen van het spelen een van zijn ballen.

¿Le has pedido a alguien que juegue contigo?
Heb je iemand gevraagd om met je te spelen?

No quiero que nadie más juegue con mi saco de arena.
Ik wilde niet dat iemand anders met mijn boksbal zou spelen.

Nada prohíbe que juegue una mujer.
Vrouwen mogen gokken.

Bueno… me alegro que no juegue.
Ik ben blij dat hij niet speelt.

le diste algo para que juegue.
je hebt hem iets gegeven om mee te spelen.

Siento que la decisión debería haberse tomado para que nadie juegue hoy.
Volgens mij had er beslist moeten worden dat niemand vandaag zou spelen.