ROSE - vertaling in Nederlands

• rose
• roos
• rose's
• roze

Voorbeelden van het gebruik van Rose in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

La enviaron Rose y Lily.
Het is van Rose en Lily.

Bueno, acosó a Rose.
Hij heeft Rose lastiggevallen.

¿Cómo lo llama Rose?¿Espíritu caminante?
Hoe noemde Rose het, een uittreding?

Recuerdo cuando conociste a Rose. Cuando jugabas béisbol en el parque.
Ik weet nog dat je Rose ontmoette… toen jij honkbal speelde in het park.

Cuando elegiste a Rose, estaba feliz por ti.
Toen jij Rose uitkoos, was ik blij voor je.

Afirma haber visto a Selma Rose la noche que desapareció.
Hij zegt dat hij Selma Rose heeft gezien in de nacht dat ze vermist werd.

¿Y Rose?
Waar is Rose?

Vi a Rose.
Zag ik Rose.

¿Rose me dijo que te gusta vivir aquí?
Volgens Rose wil je hier komen wonen?

Si hubieras desposado a Rose en vez de a mí.
Als je Rose trouwde in plaats van mij.

¿Qué pasa con Rose?
Hoe zit het met Rose?

Rose, despierta.
Rosa, wakker worden.

Harry Rose apenas frío.
Harry Rose is nauwelijks koud.

Desde ahora, serás Rose, y eres… una abuela de 78 años.
Voortaan heet je Rose en ben je 78.

Trabajas con Rose, que estés aquí me ayuda.
Je werkt met Rosen, je bent hier om mij te helpen.

Y en esta, está ayudando a Rose en un carrusel en Disneylandia.
En in deze, helpt hij Rose in een karretje in Disneyland.

¿Está absolutamente segura de dejar ir a Rose?
Weet je zeker dat we Rose moeten laten gaan?

¿Y cómo sabría sobre Rose?
En hoe weet hij over Rose?

¿Conocías a Rose Brown?
Kende je Rose Brown?

Rose volvió.
Rose is terug.