SU ROPA - vertaling in Nederlands

• zijn kleren
• uw kleding
• uw wasgoed
• haar kleren
• zijn klederen
• haar kledij
• uw kledingstuk
• haar outfit
• z'n kleren

Voorbeelden van het gebruik van Su ropa in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Si vendiera su ropa, podría comprarse su propio avión.
Als hij zijn kleren zou verkopen kon hij zijn eigen verdomde vliegtuig kopen.

Su ropa está empapada, pero no hay sangre en la carretera.
Zijn kleren zijn doordrenkt, maar er is geen bloed op de weg.

Él rasga su ropa después de escuchar esto, según él, la blasfemia.
Hij scheurt zijn klederen na het horen van deze, volgens hem, godslastering.

Cuando tengamos su ropa, le daremos su segundo problema.
En als we z'n kleren hebben, geven we hem een tweede probleem.

Y su ropa estaba manchada con todas las cenizas y el hollín;
En zijn kleren waren allemaal aangetast met as en roet;

Sí, pero su ropa se mantendrá blanca.
Ja, maar z'n kleren blijven wit.

Su ropa estaba llena de yogurt
Zijn kleren zaten vol yoghurt

¿Con su cuerpo y su ropa empapados en sangre?
Zijn lichaam en kleren druipend van het bloed?

Había dejado su ropa en la taquilla, pero no había rastro de sus deportivas.
Z'n kleren zaten in z'n kluisje, maar z'n schoenen waren spoorloos verdwenen.

Lo interesante es que no fue apuñalado a través de su ropa.
Hij werd niet door zijn kleren gestoken.

Sin embargo, su ropa está brillando.
Maar je kleren gloeien.

No. Sólo su ropa y cosas esenciales.
Alleen z'n kleren en noodzakelijke dingen.

fibras sobre Jack o su ropa.
vezels op Jack of zijn kleren.

Asegúrese de que su ropa le queda bien.
Zorg ervoor dat je kleren passen goed.

Su ropa sigue aquí,¿no?
Z'n kleren liggen hier toch nog?

Y ella lo asió por su ropa, diciendo: Duerme conmigo!
En zij greep hem bij zijn kleed, zeggende: Lig bij mij!

Su ropa está hecha de piel de animal.
Z'n kleren zijn van dierenhuiden.

Si se llevan su ropa, será la última vez que lo veas.
Als ze je kleren meenemen. Zien we je niet meer terug.

Trae su ropa.
Haal z'n kleren.

Incluso usar su ropa me enfermaba.
Zelfs het dragen van zijn kleren maakte me ziek.