Voorbeelden van het gebruik van Trono in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
¿Te refieres a tomar el trono?
Un sillón barroco en forma de trono para una decoración monárquica.
está mi trono?".
Waar is mijn kroon?'.A Osiris le di el trono de Egipto.
Ik gaf Osiris de kroon van Egypte.Me merezco el trono.
Ik verdien de kroon.Las Escrituras revelan que esta bestia salvaje tiene poder, trono y gran autoridad.
Het wilde beest heeft autoriteit, kracht en een troon.Un montón de pecas inglesas con forma de trono.
Engelse sproeten in de vorm van een troon.La palabra clave en este capítulo es“trono”.
Het sleutelwoord in dit hoofdstuk is ‘troon'.Ya no sueño con recuperar mi trono.
Pero el programador no es el único candidato al trono.
Maar de programmeur is niet de enige die aast op de titel.Y dicen que la heredera legítima al trono inglés es usted.
En zeggen dat de volgende erfgenaam voor de Engelse kroon, jij bent.Un católico que también reclama mi trono.
Een katholieke man die ook aanspraak maakt op mijn troon.¿Alguno de vosotros me niega el derecho a ocupar este trono?
No te olvides de probar tu nuevo trono.
Probeer de nieuwe zitting op je troon uit.Siéntate en tu trono.
Ga op uw troon zitten.No puedes ocupar mi trono.
Jij kunt niet op de troon.Siéntate en tu trono.
Ga op de troon zitten.Debido a una humillación intensa el rey ha abdicado su trono momentáneamente.
Wegens grote vernederingen heeft de koning afstand van z'n troon gedaan.Y el ganador vuelve a sentarse en su trono maravillosamente caliente.
En de winnaar keert terug om op zijn wonderlijke warme troon te zitten.Nos encontraremos en el cuarto del trono.
We zien mekaar in de troonkamer.
