Examples of using Assertief in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Je was te assertief met een minderjarige.
Maar me maar iets en wees assertief.
antwoord in de tijd en assertief.
Het is tenslotte een dunne scheidslijn tussen assertief en agressief.
Driving Stye: deze mensen controleren hun emoties en praten assertief.
Expressive Style: Mensen met die profiel tonen hun emoties en praten assertief.
Als je een naam hebt gekozen, wees dan assertief.
Moet ik assertiever zijn, of zo?- Assertief is goed?
Ik ben Joel' is te assertief?
Dat noemen ze assertief.
Was dat niet assertief?
Misschien moet ik meer assertief zijn tegenover Jenny.
Negatieve paniek is een eigenaardig onvermogen om assertief en adequaat te reageren op de situatie.
Ik wilde assertief zeggen, maar ze is inderdaad best lekker.
Assertief en stevig staat uw grenzen,
De toon is direct en assertief, alles wordt gezegd, met vaak veel humor.
Assertief onderhandelen door middel van de concurrerende vraag naar hulpbronnen
Om echt te leren wat assertief reageren inhoudt, word je met opdrachten de praktijk ingestuurd.
de solo's klinken assertief, maar respectvol.
Anderzijds vind ik het woord academie te weinig assertief wanneer het over politiewerking gaat.