BEZIG BLIJVEN in English translation

keep busy
bezig blijven
bezig houden
het altijd druk heb
me bezighouden
staying busy
bezig blijven
bezig houden
keeping busy
bezig blijven
bezig houden
het altijd druk heb
me bezighouden
stay busy
bezig blijven
bezig houden

Examples of using Bezig blijven in Dutch and their translations into English

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Je moet bezig blijven.
You have to stay busy.
Je moet bezig blijven.
Probably better if you keep busy.
Bezig blijven helpt.
Keeping busy helps.
Danny wil dat we samen bezig blijven.
Danny wants us to stay together and stay busy.
Ik moet gewoon bezig blijven.
I just have to… keep busy.
Je kent het wel, bezig blijven.
You know. Keeping busy.
dus ik moet bezig blijven.
so I have to stay busy.
Ik moest toch bezig blijven?
I had to keep busy somehow,?
Je weet wel, bezig blijven.
Uh, g-good, yeah. You know, keeping busy.
Ik zou eerlijk gezegd liever bezig blijven.
I would rather stay busy. Honestly.
Ik moet gewoon bezig blijven.
I just had to keep busy.
Het lijkt hem te helpen. Bezig blijven.
It seems to help him. Keeping busy.
En dan moet ik bezig blijven.
And when I'm nervous I have to stay busy.
Ik wil gewoon bezig blijven, en wat geld verdienen.
Just trying to stay busy, earn some extra money.
Ik moet gewoon bezig blijven, dat is alles.
I just need to stay busy right now, that's all.
We moeten bezig blijven?
We gotta keep active.
Sommige mensen willen graag bezig blijven, hè?
Some people like to keep busy, don't they?
Ik moet bezig blijven, Ida.
Got to be on the move, Ida.
Je moet bezig blijven, zeker als je nog geen baan hebt.
Y'all got to keep busy, especially if you don't have a job yet.
Bezig blijven is belangrijk.
It's important to keep busy.
Results: 108, Time: 0.048

Word-for-word translation

Top dictionary queries

Dutch - English