CONFRONTEREN in English translation

confront
confronteren
confrontatie
aanspreken
onder ogen
worden geconfronteerd
toegeworpen
ermee confronteer
face
gezicht
gelaat
staan
kop
kijken
zien
ondervinden
smoel
tegenkomen
worden geconfronteerd
obverse
voorzijde
gezicht
voorkant
confronteren
confronting
confronteren
confrontatie
aanspreken
onder ogen
worden geconfronteerd
toegeworpen
ermee confronteer
facing
gezicht
gelaat
staan
kop
kijken
zien
ondervinden
smoel
tegenkomen
worden geconfronteerd
confronted
confronteren
confrontatie
aanspreken
onder ogen
worden geconfronteerd
toegeworpen
ermee confronteer

Examples of using Confronteren in Dutch and their translations into English

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ze zeggen dat Heather Chandler Ram gaat confronteren.
Everyone's saying Heather Chandler is gonna confront Ram.
kunnen we het confronteren.
we can face it.
Je eigen angst confronteren is het lot van een Jedi.
Confronting fear is the destiniy of the Jedi.
Je had ze niet moeten confronteren.
I really wish you hadn't confronted them like that.
Ik kan Cohill niet confronteren met die duivels.
I can't leave Cohill facing those devils.
Ja, we moeten die agenten confronteren Ja.
Yes, we must confront those agents Yes.
Ik kan je niet alleen de Magistraat Familie laten confronteren.
I cannot let you face the Magistrate Family alone.
Je eigen angst confronteren is het lot van een Jedi.
Confronting fear is the destiny of a Jedi.
Morgen wordt het weer beter. Confronteren de problemen.
Facing troubles head on. Tomorrow will be a better day.
Ze wilde u ermee confronteren.
She confronted you, didn't she?
Maar ik moet haar confronteren.
But I have to confront her.
Nee ik moet hem alleen confronteren.
I have to face him alone. No, no.
Mensen confronteren hoort bij mijn werk.
Confronting people is part of the job description.
Dat was z'n ding: mensen confronteren met hun contradicties.
That was his thing: facing people with their contradictions.
Eén van ons moet hem confronteren.
One of us has to confront him.
Ik moet haar confronteren.
I have to face her.
Confronteren zou… zou goed geweest zijn.
Confronting would have been… would have been good.
Ik kan Cohill niet confronteren met die duivels.
Facing those devils. I can't leave Cohill.
Maar wanneer we hen met vriendelijkheid confronteren.
But when we confront them with kindness.
Goed.- Dan kunnen we hem samen confronteren.
Then we could face him together.-Good.
Results: 963, Time: 0.0449

Confronteren in different Languages

Top dictionary queries

Dutch - English