AFFRONTER - vertaling in Nederlands

confronteren
affronter
confronter
face
confrontation
vechten
se battre
combattre
lutter
de combat
affronter
la bagarre
se disputent
tegen
contre
à
au
à l'encontre
opposé
trotseren
défier
affronter
braver
face
résister
aanpakken
aborder
traiter
lutter
résoudre
répondre
gérer
faire
remédier
régler
prendre
het hoofd te bieden
face
affronter
pallier
onder ogen
zien
voir
montrer
regarder
revoir
constater
observer
considèrent
confrontatie
confrontation
affrontement
face
affronter
confronter
conflictuelle
geconfronteerd worden
opboksen

Voorbeelden van het gebruik van Affronter in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Vous ne pouviez pas affronter la personne qui vous l'avait prise.
Je wilde die persoon niet onder ogen komen.
maintenant il veut l'affronter.
nu wil hij een confrontatie met hem.
Vous pouvez maintenant affronter une toute nouvelle galaxie, quand vous le voulez.
Nu kun je een gloednieuw universum trotseren wanneer je maar wilt.
Tu veux affronter Katherine.
Jij wilt Katherine aanpakken.
Ils doivent notamment affronter la concurrence de leursrivaux américains et asiatiques.
Zij moeten opboksen tegen bijzonder felle concurrentie van rivalen uit de Verenigde Staten en Azië.
Tu dois affronter le seigneur du Feu.
Daarom moet je tegen de Vuurheer vechten.
Tu vas vraiment affronter ce catcheur?
Ga je echt met die worstelaar vechten?
Pourquoi tu penses qu'il veut t'affronter si vite?
Waarom denk je dat hij je zo snel wil zien?
Je ne peux pas affronter ça.
Ik kan het niet onder ogen komen.
Pour voir Glymur, il faut affronter une impressionnante rivière.
Om Glymur te zien, moet je een intimiderende rivier trotseren.
Même s'il faut affronter tout le ghetto.
Al moeten we het hele getto aanpakken.
Je veux en affronter 10!
Ik wil tegen tien man vechten!
Vous devez toujours affronter Cisco.
Je moet nog met Cisco vechten.
Le Président, ces jeunes gens vont devoir affronter la réalité.
Meneer de president, ik zal ze laten zien wat realiteit is.
Dans ce contexte, nous devons avoir le courage d'affronter la réalité.
In dat licht moeten we de realiteit onder ogen durven zien.
Ça ne va pas m'aider beaucoup, vu ce que je dois affronter.
Dat gaat mij niet veel goed doen met waar ik nu tegen moet opboksen.
Pour rejoindre mon bateau j'ai dû affronter les douanes australiennes.
Om mijn boot terug te vinden heb ik de Australische douane moeten trotseren.
Nous ne pouvons les affronter.
Wij kunnen niet tegen ze op.
Maître, vous pensez que vous pouvez affronter 10 hommes?
Meester, denk je dat je tegen tien man kunt vechten?
Et je crois qu'il nous faut affronter la réalité.
En ik denk dat we de waarheid onder ogen moeten zien.
Uitslagen: 465, Tijd: 0.3939

Top woordenboek queries

Frans - Nederlands