Examples of using Conservator in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Mijn zus was toen de financiële conservator David's.
Niet Weggooien Hans Groeneweg is conservator van het Fries Verzetsmuseum.
Duurzaamheid, veiligheid en kwaliteit zijn bij Conservator onlosmakelijk met elkaar verbonden.
We zoeken de conservator.
Dat is mijn conservator Toli.
Dank u. Tijd en tij, meneer de conservator.
Net zoals jij ben ik een conservator, maar dan van worsten.
Aan u is de Achtbare Kovat toegevoegd als Conservator.
Lk ben Conservator Kovat.
We zoeken de conservator.
Hermetisch afgedicht of ademend met conservator.
Sinds 2001 is zij conservator Industriële Vormgeving in het Stedelijk Museum Amsterdam.
De boswachter en de conservator spelen hierbij een centrale rol.
Claire Leblanc, de huidige conservator, volgt Nicole d'Huart op in 2007.
Een conservator heeft in 2017 en 2018 verder herkomstonderzoek verricht naar de collectie.
Alain Gerard, conservator van het paleis.
Ooit als conservator gewerkt?
De conservator treft ons in de kluis.
Ik ben de conservator voor geschiedenis en cultuur.
Als je conservator bent, kun je deze lijm redelijk gemakkelijk verwijderen.