Examples of using David in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
David me niets moest zeggen. Omdat.
David me niets hoefde vertellen. Omdat.
David, maar dat is het niet.
David me niets hoefde vertellen. Omdat.
David hier, dat was de vriendelijkste grensbewaker die ik ooit heb gezien.
Ik denk niet kwalijk David voor wat hij was.
David wat? David.
Door henry david thoreau.
Verzoek tot overplaatsing garzón, david valentín.
Nog iets, david?
Alle kamers van het Parkhote… meer informatie over parkhotel david.
David, ik heb haar gevonden.
Daar is David.
Dat is David.
Voorzitter: de heer david μακπν ondervoorzitter.
Oké, ik ga David bellen.
Ik zal erover nadenken, David.
Tien uur.- We geloven dat David Ronaldo gedood werd.
Ik moet vandaag naar David McNeil.
En ze zei: Omdat jij niet homo bent, David.