Examples of using Doceren in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik wil fysica doceren.
Maar waarom doceren in een derderangs vestiging.
Echt? Jij zou moeten journalistiek doceren.
Je zou journalistiek moeten doceren.
Ze is lerares ze gaat doceren.
Dan zou ik theologie doceren in Parijs.
Ik kan wiskunde doceren.
Hij wil terug naar New York en filmkunde doceren.
Maar een volledige week doceren.
Universitaire Bibliotheken Leiden: Doceren, onderzoeken en publiceren.
Maar in essentie is doceren een kunst van meer dan praten alleen.
Wat doceren betreft, vind ik de Nederlandse studenten meer nieuwsgierig en zelfstandig.
En ook al was doceren nooit echt het doel.
Wetenschappelijk medewerkers uit het bedrijfsleven doceren zowel in de initiële als in de permanente vorming.
Maar in essentie is doceren een kunst van meer dan praten alleen.
Papa gaat doceren aan de Academie na de oorlog.
Reacties op: Advies, doceren en onderzoek.
Dus ik zou mijn literatuur moeten doceren als het werk van iemand anders?
Bekijk dan onze gratis democursus Doceren in het Engels.
Een hele eer, doceren aan de Maritieme Academie.