Examples of using Dorp in Dutch and their translations into English
{-}
- 
                        Colloquial
                    
 - 
                        Official
                    
 - 
                        Ecclesiastic
                    
 - 
                        Medicine
                    
 - 
                        Financial
                    
 - 
                        Computer
                    
 - 
                        Ecclesiastic
                    
 - 
                        Official/political
                    
 - 
                        Programming
                    
 
Van Dorp, geboren omstreeks 1440 in Naaldwijk.
Tussen een hol dorp langs route 132.
Dat is toch het voordeel van een klein dorp?
Vera is de redder van ons dorp.
Dit is het beste hotel in het dorp.
Petra van Dorp heeft nog geen creaties gemaakt.
Ik probeerde alleen een dorp van ons te verdedigen.
De Leidse Rijn loopt langs het Utrechtse wijkdeel De Meern en het dorp Harmelen.
In de buurt van het dorp Hartbridge, ma'am.
Hij is het hart en de ziel van dit dorp.
Van Dorp, geboren omstreeks 1330.
Eigen troepen in een oase van een ander dorp.
Er leven 6 mannen en 5 vrouwen in het dorp.
Ik ben niet de meester van dit dorp.
Ik kan water voor het dorp krijgen.
Van Dorp, ik wil je wat vertellen.
Jullie zijn onze ogen en oren in het dorp.
Ja. Maar dit is niet Franks dorp.
Ik heb Mr Winter gezien in het dorp.
Van Dorp was een vreemde vent.