Examples of using Eet in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik eet vlees en aardappels.
Volgens mij eet de helft pure suiker als ontbijt.
Eet met? Eten met.
Eet coma. Komt goed met hem.
Voor jouw eet plezier.
Hij eet tubes.
Eet een notenburger en vergeet het.
Eet dit in herinnering aan mijn lichaam.
Eet uit m'n hand.
Waarom eet je 't niet op?
Er waren heeel veel eet tentjes met echt ALLES.
Amerikaanse keuken met 4 pits keramische kookplaat grote koelkast en eet bar.
Aardappel eet Aardappelen!
Ga zitten en eet wat. Goedemorgen, Spud.
Eet mijn, Jerry.
Eet uit m'n hand… en vertrouw me.
Waarom eet hij steeds zand?
Dit vind ik zeker een goede prijs voor deze unieke eet ervaring!
Gezellig eten aan de lange eet tafel binnen.
Hij eet mijn tong.