Examples of using Eigen geluk in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik niet. Ik bepaal mijn eigen geluk.
Het wordt nu tijd voor je eigen geluk.
Jij bepaalt je eigen geluk.
Ik ook niet, ik maak mijn eigen geluk.
Of wat? Mijn eigen geluk, of?
Je maakt je eigen geluk.
Of… Mijn eigen geluk.
Ik maak mijn eigen geluk.
We zijn allemaal de architect van ons eigen geluk.
We maken ons eigen geluk.
Misschien moet Anna alleen haar eigen geluk vinden.
En mijn vader zegt dat een man zijn eigen geluk maakt.
Amerikanen zijn alleen bezig met hun eigen geluk.
Ik maak mijn eigen geluk.
Ik ben een pleitbezorger voor mijn eigen geluk.
Nee, we maken ons eigen geluk, captain.
Katherine heeft haar eigen geluk gevonden.
Jullie offeren je eigen geluk op om anderen te helpen.
Je moet je eigen geluk niet baseren op iemand anders.
Jij bent verantwoordelijk voor eigen geluk en succes.