Examples of using Geeft jezelf de schuld in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Wat ik ook zeg, wat anderen ook zeggen, je geeft jezelf de schuld… van het feit
Geef jezelf de schuld niet, Vakama.
Geef jezelf de schuld niet.
Geef jezelf de schuld.
Geef jezelf de schuld, klikspaan.
Geef jezelf de schuld niet van wat er gebeurd is.
Zo, stop met mij de schuld te geven… en geef jezelf de schuld.
Jij gaf jezelf de schuld, hè?
Jullie geven jezelf de schuld.
Je gaf jezelf de schuld.
Je gaf jezelf de schuld.
Jij gaf jezelf de schuld.
Je gaf jezelf de schuld. Ik weet 't weer.
Je gaf jezelf de schuld voor mijn dood.
Anderen de schuld geven, jezelf de schuld geven… Het haalt je focus weg
En je gaf jezelf de schuld voor Gordons dood,
Je geeft jezelf de schuld.
Je geeft jezelf de schuld.
Je geeft jezelf de schuld.